Wembley
Dit is fragment nummer 156 van het boek "Wembley" van Richard Osinga.
Iemand slaat vanachter een arm om mijn keel. Ik kan bijna niet ademen. Ik wil de arm lostrekken, maar de greep verslapt al. Ik zie het hoofd van Arie verschijnen.
'Kleine man! Godverdomme, zonder jou...'
Arie komt erbij zitten.
'Wat jij, Beest? Geen kampioen zonder Wembley.'
Beest sputtert tegen. Hij maakt grappen. Hij slaat zichzelf op de borst. Hij doet alsof hij de hoofdrol gespeeld heeft bij ons kampioenschap. Arie lacht en pest hem. Hij slaat hem op zijn buik – Beest wordt te dik.
'Maarre... Wembley gaat weg,' zegt Brekke.
'Weg, weg? Wembley gaat niet weg.' Arie kijkt me aan. Ik zie de vertwijfeling in zijn ogen, maar ook hij zal het begrijpen.
'Waar gaat hij heen dan?' vraagt Beest.
Brekke neemt eerst een slok van zijn bier. De anderen kijken naar mij en dan weer naar hem.
'Naar Ajax!'
Beest en Arie lachen en slaan me op de schouder. Brekke kijkt triomfantelijk rond.
'Naar Ajax,' zegt Beest terwijl hij de tranen uit zijn ogen wrijft. 'Daar drinken we op.'
Hij wenkt naar Trees. Ze komt even later met een blad met bier aangeschuifeld. 'Hé, Treessie,' zegt Brekke. 'Wembley gaat weg.'
'Nee toch, jongens,' zegt Trees.
'Naar Ajax!' roept Beest.
Trees loopt hoofdschuddend weg.
Ik drink het bier dat voor me neergezet is. Bittere overwinningsdrank.
Naar het begin - Doe mee - Lees verder >>